Arbeidsongeschiktheid
Wanneer u langdurig door ziekte niet meer kan werken is sinds 1 januari 2004 bepaald dat uw werkgever twee jaar lang u loon moet doorbetalen. Dit moet voor teminste 70% van uw loon (er geldt wel een maximum). Wanneer u na twee jaar loondoorbetaling nogsteeds niet kunt werken valt u in de WIA. Er zijn in de WIA na beoordeling twee mogelijkheden:
- U kunt nog deels werken. U valt dan in de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA).
- U kunt niet meer werken. U valt dan in de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA).
WGA
Na de twee jaar loonsdoorbetaling van u werkgever wordt u door middel van de 'poortwachterstoets' gekeurd door het UWV. De UWV kijkt dan wat u, met uw beperkingen, nog wel kunt doen en wat u daarmee kan verdienen.
Is uw loonverlies tenminste 35% maar minder dan 80%? Of is het loonverlies 80% of meer maar zijn er veel kansen op herstel? In dat gevallen krijgt u te maken met de WGA. De WGA vult uw loon aan als u werkt, en biedt een uitkering als u niet werkt.
Als het loonverlies minder is dan 35%, bent u niet arbeidsongeschikt en kunt u weer aan het werk of blijven werken.
IVA
Is uw loonverlies tenminste 80% of meer en zijn er geen of slechts geringe kansen op herstel? In dat geval bent u volledig en duurzaam arbeidsongeschikt en heeft u recht op een uitkering op grond van de IVA.
Is al eerder dan na twee jaar ziekte duidelijk dat u volledig arbeidsongeschikt bent en dat er geen kans is op herstel? Dan kunt u in aanmerking komen voor een verkorte wachttijd van minimaal 13 en maximaal 78 weken. U kunt dan eerder een aanvraag indienen voor een IVA-uitkering.
Als er nog een geringe kans is op herstel, wordt u jaarlijks herbeoordeeld. Uitkomst hiervan kan zijn dat u in de IVA blijft of dat u gedeeltelijk arbeidsgeschikt wordt verklaard. In dat laatste geval valt u alsnog in de WGA.
Zelfstandige ondernemers
Voor zelfstandige ondernemers en de DGA bestaat geen basisvoorziening. U zult dus dan zelf maatregelen dienen te treffen wanneer u arbeidsongeschikt raakt. Hier zijn verschillende oplossingen voor.
Ongevallenverzekering
Verzekeraars verstaan onder ongeval "een plotseling van buitenaf en ongewild op het lichaam van de verzekerde inwerkend geweld dat de dood of geneeskundig vast te stellen letsel tot gevolg heeft". Het gaat daarbij dus om:
- overlijden
- geneeskundig vast te stellen letsel
- veroorzaakt door een ongeval
Het betekent automatisch dat er geen uitkering volgt wanneer het overlijden of de invaliditeit het gevolg zou zijn van een ziekte.
Overlijden door een ongeval betekent dat het daarvoor verzekerde bedrag wordt uitgekeerd. Maar wanneer er sprake is van geneeskundig vast te stellen letsel, gaat men uit van vooraf vastgestelde percentages.. Daar bedraagt de uitkering dus een percentage van het daarvoor verzekerde bedrag.
Door de ongevallenverzekering worden hoge verzekerde bedragen uitstekend betaalbaar. Of een ongevallenverzekering in uw geval de voorkeur verdient, hangt sterk af van uw persoonlijke omstandigheden
Levensverzekering
Een levensverzekering is een overeenkomst waarbij een verzekeraar zich verplicht op een zeker moment in de toekomst een uitkering te doen. Dat kan zijn op de einddatum van de verzekering, mits de verzekerde persoon op dat moment in leven is.
Op fiscaal gebied is er de afgelopen jaren een hoop veranderd omtrent deze verzekeringen. Het belangrijkste dat u moet weten is dat de volgende levensverzekeringen zijn vrijgesteld van vermogensrendementheffing:
- kapitaalverzekering voor het aflossen van de hypotheek van de eigen woning
- lijfrenteverzekering bedoeld voor het opbouwen van pensioen
Dit betekend dus dat u over deze opgebouwde bedragen geen belasting betaald, mits u aan enkele voorwaarden voldoet.
Overlijdensverzekering
Een overlijdensverzekering is een verzekering die uitkeert wanneer een bepaald persoon, die benoemd is op de polis, overlijdt.
Daarbij bent u volledig vrij om zelf de hoogte van de uitkering te bepalen. Ook bent u volledig vrij te bepalen hoe lang die verzekering zou moeten lopen. Wanneer u die keuzes gemaakt heeft, zal de uitkering bovendien, binnen zekere voorwaarden, belastingvrij uitgekeerd worden.
De overlijdensverzekering heeft zijn doel om mensen goed ''verzorgd'' achter te laten. Denk hierbij aan:
- aflossen van een hypotheek bij overlijden van de kostwinner
- gezinshulp na overlijden
- extra weduwenpensioen (of weduwnaarspensioen)
- aflossen van bedrijfsleningen na overlijden van de ondernemer
- uitkopen erfgenamen na overlijden van de compagnon
Zoals op veel terreinen heeft de Nederlandse overheid ook voor de nabestaanden een voorziening.
Uitgangspunt is dat iedereen die een samenwonende partner verliest door overlijden, een basisinkomen krijgt aangeboden. De Algemene Nabestaande Wet (ANW). Daarbij is wel van belang dat beide partners getrouwd zijn geweest of minimaal een erkende vorm van partnerschap zijn aangegaan.
Indien de conclusie is dat de uitkering te laag is, of u heeft er geen recht op, dan kan een overlijdensverzekering uitkomst bieden. Wel dient er nog rekening gehouden te worden met een "nabestaandenpensioen" via de werkgever en dekkingen binnen uw hypotheek.